Over exact twee weken rijden Tom Dumoulin en Wilco Kelderman in het Noorse Bergen de tijdrit op het WK Wegwielrennen. Eerder dit jaar in maart was bondscoach Thorwald Veneberg al in Bergen voor de verkenning van het parcours.
De 31 kilometer lange tijdrit zal beginnen in het hart van Bergen en na twee ronden boven op Mount Flöyen eindigen. Wat het meeste opviel is de drie kilometer lange slotklim. Tijdens deze 3,4 kilometer krijgen de renners te maken met een gemiddeld stijgingspercentage van maar liefst 9,1%, en sommige stukken boven de 10%. Niet ideaal voor de gewone tijdritfiets.
Bij het zien van de slotklim lijkt het bondscoach Veneberg verstandig om een pitstraat - als bij het veldrijden - te introduceren waar renners hun tijdritfiets kunnen inwisselen voor een gewone racefiets. Zonder pitstraat zal het wisselen naar de gewone racefiets nauwelijks voordeel hebben, maar met de mogelijkheid om snel te wisselen krijgen de renners de kans om het verschil te maken in de scherpe bochten en de beklimming.
“Het is nieuw in het wegwielrennen, wat dus voor de renners en staf best spannend kan zijn."
“Het is nieuw in het wegwielrennen, wat dus voor de renners en staf best spannend kan zijn. Overigens vinden ze dit in het veldrijden heel normaal”, aldus bondscoach Thorwald Veneberg. En niet alleen de renners moeten van materiaal wisselen, maar ook de mechaniekers, want de volgauto kan niet mee naar boven. Bij de pitstraat zal dan ook een mechanieker achter op de motor stappen om de renner in de laatste kilometers te ondersteunen.