Jaymio Brink is met zijn 20 jaar één van de jongste deelnemers voor TeamNL aan de Olympische Spelen in Parijs. De Arnhemmer ziet meedoen aan de Spelen al als de mooiste prestatie van dit seizoen. De BMX’er gaat er onbevangen in en weet:"In de BMX kan iedereen die meedoet, winnen. Maar ik ga gewoon mijn best doen en wil in ieder geval één ronde doorkomen."
Brink mag dan jong zijn, onervaren op de BMX-fiets kun je hem bepaald niet noemen. "Ik doe sinds ik drie ben aan BMX, dat komt omdat mijn ouders dat ook allebei deden. Dus ik heb eigenlijk geen andere keuze gehad, wat ik achteraf niet zo erg vind natuurlijk", zegt hij met een grote glimlach. "Van jongs af aan haalde ik al best wel een hoog niveau, ik stond als klein mannetje al op podiums bij WK’s , werd Europees kampioen en toen ik 17 was, kwam ik bij in de KNWU-talentengroep terecht en kwam ik op Sportcentrum Papendal te wonen. De overstap is voor mij nooit zo groot geweest. Ik kom uit Arnhem, dus mijn ouderlijk huis was nooit ver weg. Mijn opa woont bovendien op tien minuten fietsen, daar ben ik vanaf het begin regelmatig gaan eten. Dat maakte het misschien ook wel gemakkelijker om op mezelf te gaan wonen."
"Na het WK hadden we nog een wedstrijd in de VS, dat was achteraf al een beetje mijn Spelen"
Zilver op WK Junioren
Brink kwam onder de hoede van talentcoach Rob van den Wildenberg. "En de jongens waar ik toen mee optrok, waren al mijn leven lang vrienden van me. Sportief ging het ook lekker. Ik ben tweede geworden op het WK voor junioren in 2022 en dat is best prima. Aan het einde van dat jaar kwam bondscoach Martijn Jaspers naar me toe met de mededeling dat ik aan het topsportprogramma mee mocht doen. Toen ben ik eigenlijk gelijk overgestapt van de junioren naar de elite. Dat ging supergoed. In het eerste jaar waren er ook direct goede resultaten. Toen kwam ook langzaam aan Parijs 2024 in beeld." Maar het laatste stukje naar de top is vaak het moeilijkst.
"Ik begon het traject richting de Spelen supergoed, ik had veel punten en toen zag het er naar uit dat ik als tweede man achter Niek Kimmann naar Parijs zou gaan. Maar dan moesten we die tweede plek wel veilig stellen. Dat ging met ups en downs. Op een gegeven moment heb ik het wat uit mijn hoofd gezet en had ik er zelfs wel vrede mee dat ik niet ging. Maar toen gingen we toch punten halen. Niek reed goed en wij gingen toen ook prima presteren. Dan denk je weer ‘ het kan nog’. Ik heb er toen het beste van gemaakt en altijd wel gedacht ‘als ik het niet haal, is dat ook prima’. Maar natuurlijk heb ik wel alles gegeven tot het einde. Dat was uiteraard ook wel heel spannend. Na het WK hadden we nog een wedstrijd in de VS, dat was achteraf al een beetje mijn Spelen. Daar moest het gebeuren om die tweede en laatste startplek bij de mannen voor Nederland binnen te halen. Ik haalde daar de finale en de andere Nederlandse kandidaat Dave van der Burg niet. Ik moest daar goed rijden en toen won ik."
Brink kreeg de tweede startplek, maar Van der Burg mocht later ook zijn koffers pakken omdat de titelverdediger Niek Kimmann helaas verstek moet laten gaan door gezondheidsproblemen.
Met een open vizier
En dus staat Brink in augustus aan de start van zijn eerste Spelen. Daar gaat hij met een open vizier in, figuurlijk dan. "Het blijft BMX, iedereen kan winnen. Ik heb er niet een echte verwachting bij, ik ben al blij dat ik er heen mag. Ik probeer gewoon de tweede dag te halen, vanaf daar zien we verder. Ik ga alles geven. Op de Olympische Spelen rijden, dat is al een droom die uitkomt. In de tijd dat ik als jongetje naar de sport keek waren Sam Willoughby en Maris Strombergs de grote mannen en daar kijk ik nu nog wekelijks beelden van. En natuurlijk trek ik me ook op aan het niveau van Niek Kimmann. Ik vind het mooi om beelden van grote sportmannen te zien, ook Michael Jordan en Usain Bolt waren helden voor mij. Nu is het een kwestie van hard trainen en goed mijn best doen, wat ik altijd doe. Ik ben blij als ik in Parijs in ieder geval een rondje heb gehaald, dan heb ik voor mijn gevoel officieel meegedaan aan de Spelen. Kan ik eindelijk mijn olympische ringen laten tatoeëren."
Maar de eerste keer rijden, kan soms ook verrassend goed uitpakken. "Laura Smulders had het ook bij de eerste spelen, dat ze direct een medaille won. Ik zag het ook bij Kye Whyte die in Tokyo direct zilver haalde achter Niek Kimmann. Zij haalden er misschien wel positieve energie uit dat het hun eerste Olympische Spelen was. Dat probeer ik ook te doen."