Geruisloos stapte Sieben Wouters (25) vorig jaar uit de crosswereld. Een wereld waarvan hij jarenlang met succes deel uitmaakte. Zijn nieuwe leven speelt zich af in de bouw. We blikten met Wouters terug op zijn prestaties als veldrijder en praatten met hem over zijn huidige leven.
“Ik heb lang nagedacht over de keuze om te stoppen. De stap naar een maatschappelijke loopbaan werd steeds logischer voor me."
Met een lach ontvangt Sieben Wouters zijn bezoek. Sinds dit jaar werkt hij in zijn woonplaats Zundert als werkvoorbereider bij bouwbedrijf Maas Jacobs. Wouters gaat langs bij klanten die bijvoorbeeld een aanbouw willen. Na het vaststellen van de prijs is hij verantwoordelijk voor de werkvoorbereiding. Hoeveel stenen moeten geleverd worden? Zijn de bouwtekeningen in orde? Met dat soort vragen houdt Wouters zich dagelijks bezig. Een compleet andere wereld dus dan bandenspanning, wattages trappen en bierdrinkende Vlamingen.
Roodhooft
Na de vraag waarom hij gekozen heeft voor de bouwwereld volgt een lachsalvo. Wouters vertelt eerlijk dat hij het eigenlijk niet goed weet. De passie voor de bouw stamt uit zijn tijd als middelbare scholier. “Ik heb een studie MBO-bouwkunde gevolgd. Tijdens mijn studietijd liep ik al stage bij Maas Jacobs. Toen ik afstudeerde was de vraag: ga ik doorstuderen of parttime aan de slag bij Maas Jacobs? Ik wilde zeker toen ik belofte was iets naast mijn sport hebben en heb hier twee jaar lang van half acht tot half één gewerkt. In de middag ging ik dan trainen. Een ideale combinatie voor mij.”
Na twee jaar houden zijn jaarcontracten op en kiest Wouters, op dat moment net eliterenner, om vol voor het crossen te gaan. “Het werk ernaast heeft mijn sportcarrière nooit gehinderd, hoor. Het heeft me zelfs eerder geholpen. Toen ik alles op het fietsen zette, vond ik het juist heel lastig om mijn tijd nuttig te besteden. Ik vond het moeilijk om een goed ritme te vinden.”
De elitejaren van Wouters kenmerken zich door pieken en dalen. Op het WK in Bogense (2019) wordt hij knap vijftiende, maar een jaar later draait het in het Zwitserse Dübendorf voor geen meter. Op het moment dat hij in 2020 geen nieuw contract krijgt aangeboden bij Team Creafin-Fristads, het tweede team van de gebroeders Roodhooft, kiest hij eieren voor zijn geld. “Ik heb lang nagedacht over de keuze om te stoppen en de stap naar een maatschappelijke loopbaan werd steeds logischer voor me. Ik had er vrede mee. Of de topsport nog helpt in mijn huidige leven? Dat denk ik wel, ja. In stressvolle situaties kan ik altijd terugvallen op wat ik als fietser heb geleerd.”
Soms bekroop Wouters afgelopen winter een gevoel van spijt. Vooral toen hij iconische crossen als Koksijde, Zonhoven en Namen zag op televisie. “Maar het is beter zo. Ik fiets ook amper meer. Ik pak de mountainbike weleens, maar er kunnen ook zomaar twee weken van inactiviteit tussen zitten, haha. Komende winter ben ik wel van plan om richting de cross van Loenhout te gaan en daar eens aan de andere kant van het hek te staan. Dan is het kerstvakantie en neem ik eens plaats tussen de bierdrinkende supporters.”
Nico van Est
De droom van Wouters om prof te worden ontstaat door zijn vader die in het verleden ook op vrij hoog niveau actief was. Desondanks begint Wouters pas met koersen bij de nieuwelingen. “Op dat moment ging ik naar Willebrord Wil Vooruit in Rucphen. Daar werd ik stapje voor stapje beter. Ik ging ook iedere week samen met Stan Godrie van Zundert naar Alphen voor de cross-trainingen met Nico van Est en Richard Groenendaal. Later nam Gerben de Knegt het stokje van Nico over. Het was ook Nico die me in 2014 belde met de boodschap dat het Rabobank Development Team interesse had. Dat was zo speciaal, want Rabobank was toch de grote naam in de Nederlandse wielersport.”
Wouters rijdt bij de Rabobank-opleidingsploeg zowel op de weg als in het veld, maar in principe staat hij onder contract om de ploeg zichtbaarheid te geven in de cross. Samen met onder anderen Joris Nieuwenhuis en Martijn Budding. “Bij de beloften kreeg de cross meer en meer de overhand voor mij. Ik kon me er makkelijker voor motiveren, want op de weg moest ik mijn motivatie halen uit het knechten voor anderen. In de cross ben ik nationaal kampioen geworden bij de beloften en pakte ik in 2016 brons op het WK onder 23. Dat zijn mijn hoogtepunten geweest, ja.”
De prestaties hebben tegenwoordig wellicht net iets minder waarde dan toen Wouters nog fietste, maar hij wordt nog regelmatig herinnerd aan zijn successen in de sport. “Uiteindelijk blijft het een deel van mijn verhaal. Het is een deel van wie ik ben geworden en al met al zijn het ook gewoon prachtige ervaringen. Veel mensen zeggen: wat als? Maar zo wil ik niet denken, want ik koester vooral de mooie herinneringen. Ik had positieve uitschieters, maar ook negatieve. Daarbij kom je bij de elite ook gewoon terecht op de plek waar je hoort. Ik was een goede belofte, maar bij de elite was mijn plek tussen vijftien en 25.”
Wouters heeft menig wegrenner van dichtbij meegemaakt. De ontwikkeling van hen vindt hij mooi om te volgen. “Bij Pauwels Sauzen-Vastgoedservice zat ik bij Florian Vermeersch (Lotto Soudal) en Johan Jacobs (Movistar) in de ploeg en in mijn laatste jaar reed ik met Tim Merlier. Eigenlijk namen de gebroeders Roodhooft onze ploeg over voor zijn contract. Dat was een gekke situatie. Die mannen leveren geweldig werk en geven jonge jongens de kans, maar op dat moment voelde het voor mij een beetje of we erbij werden genomen omdat het moest. Daar is verder niets mis mee, want diep van binnen had ik rond 2019 al door dat ik geen wereldtopper zou worden.”
Een jaar later stapt Wouters dus geruisloos uit de wereld die hem zoveel heeft gebracht. Het seizoen 2020/21 was al begonnen toen sommige mensen binnen de crosswereld ineens opviel dat Wouters niet meer op trainingen en in de eerste cross-wedstrijden verscheen. “Ik heb vervolgens één interview gegeven waar ik mijn verhaal deed en vertelde dat ik was gestopt. Die manier van afscheid nemen past bij mij. Als ik in Loenhout ben een écht afscheid? Nee, haha. Dat hoeft van mij absoluut niet. Laat mij maar lekker in het publiek staan.”