Zoals vrijwel elke ambitieuze sporter droomde ook Lisa van Belle van de Olympische Spelen. Nog maar zeven maanden geleden had de 20-jarige renster uit Zoetermeer geen flauw benul dat ze deze zomer al actief zou zijn op dit grootste sportevenement ter wereld. Maar door een blessure van Maike van der Duin kreeg ze een kans het Europees Kampioenschap op de baan in Apeldoorn te rijden en toen ging het snel. Nu staat ze samen met Van der Duin op de koppelkoers (madison) in Parijs 2024.
"Het is snel gegaan, maar ik ben er klaar voor"
Alles begint met ambitie en met inzet in dit verhaal dat als een sportsprookje doet lezen. Lisa van Belle komt uit een echte wielerfamilie met broers Loe (WorldTour-team Visma Lease a Bike) en Bas (WPGA). Ze schaatste, maar zit ook al vanaf haar vijfde op een racefiets. Op de weg wil ze nog stappen zetten, op de piste ging het onverwacht snel. Van Belle: ‘’Ik trainde al wel mee op de baan met de selectie, maar ik had tot een jaar geleden nog niet eerder grote, internationale wedstrijden gereden. Vorig jaar ben ik met de KNWU mee geweest naar Aigle in september en toen is het balletje steeds wat meer gaan rollen. Uiteindelijk heb ik het NK op de baan eind december goed gereden en mocht ik een maand later meedoen aan het EK in Apeldoorn en zo zijn de deuren opengegaan voor dit olympische traject. Daarna is het heel snel gegaan met de twee Nations Cupwedstrijden in Hong Kong en Canada. De eerste reed ik met Marit Raaijmakers, de tweede met Maike van der Duin. Na het EK wist ik al wel dat ik in het traject richting Parijs zat, daarvoor speelde dat nog niet. En toen kreeg ik na Milton (Canada) te horen dat ik mocht gaan rijden.‘’ En dat had ze bij het vieren van oud en nieuw dus nooit kunnen denken. ‘’Het is natuurlijk heel snel gegaan, waardoor er ook wel gezegd kan worden ‘is het niet te snel? ‘ Maar uiteindelijk denk ik wel dat ik er klaar voor ben. Het is een droom die uitkomt, de koppelkoers kunnen rijden op de Spelen is een supermooie wedstrijd en het is één en al ervaring opdoen, nu ook al in de aanloop ernaartoe. En ik denk dat het goed moet komen. Ik voel me goed.’’
Zes weken in Livigno
Ze gooide al haar andere plannen om en ging ervoor. ‘’Ik ben hiervoor in Livigno geweest op hoogtestage, samen met de rest van de duurgroep. Ik ben er uiteindelijk ook het langst geweest: zes weken. Tussendoor reed ik dan nog een C1-wedstrijd in Gent samen met Maike van der Duin. Ik heb in die weken gemerkt in de trainingen dat ik echt stappen heb gezet. En dat was natuurlijk ook de bedoeling nadat het al goed ging in de Nations Cup.‘’ De klik met Van der Duin was er in en naast de wedstrijden ook. ‘'Vorig jaar september reed ik mijn allereerste koppelkoers, internationaal dan. Wel had ik al getraind op het aflossen en een NK gereden. Maar dat is wel heel anders dan een internationale koppelkoers. Ik ben relatief nieuw, maar juist daardoor heb ik gemerkt dat ik er lekker open invlieg en dat is ook wel een kracht van me geworden. Eigenlijk vullen Maike en ik elkaar best wel goed aan. We zijn juist allebei wel superrap in de sprints. En dat is juist ook wel het mooie dat je allebei voor de sprints kan gaan. Maike en ik kunnen het supergoed met elkaar vinden, zijn echt maatjes. We hebben veel contact, we bellen of facetimen dan. We zijn in korte tijd heel erg naar elkaar toe gegroeid. We kenden elkaar eigenlijk pas sinds maart. Toen we gingen trainen voor Milton. Maar in Livigno zaten we twee weken bij elkaar 24/7. Dan leer je elkaar beter kennen.’’
‘’Het is moeilijk te zeggen welke uitslag we er straks in Parijs op gaan plakken’’
Podium in Gent
Ze reden twee keer een internationale wedstrijd samen en de uitkomst was wisselend. Al moet erbij gezegd worden dat Van der Duin bij de eerste wedstrijd in Canada net terugkeerde van een blessure. Van Belle: ‘’We hebben in Milton gereden, daar lag het niveau ook best wel hoog. En dat was in Gent ook het geval. Maar hoe we hebben gereden, was best wel verschillend. In Milton waren we achtste en in Gent waren we tweede. Terwijl we daar op het podium stonden met meiden die in het verleden al podiums reden op WK’s of podium reden op de Spelen van Tokyo, drie jaar terug. Het is moeilijk te zeggen welke uitslag we er straks in Parijs op gaan plakken. We hopen gewoon dat we onze doelen en taken zo goed mogelijk uitvoeren en dat we straks het beste eruit hebben gehaald. ‘’
Komt dichtbij
Pas in de laatste week van de Spelen zijn de baanwedstrijden aan de beurt. ‘’De koppelkoers is op 9 augustus en wij vertrekken dan op 4 augustus toe, dus we zijn er vijf dagen van tevoren. Dan hebben we wat meer rust en kunnen we ondertussen verder met de voorbereiding.’’ Met het aftellen van de dagen, begint het meer en meer te kriebelen bij de Zoetermeerse. ‘’Mijn verwachting is dat er superveel aandacht gaat zijn en dat is voor mij wel heel nieuw. Maike is de druk wel iets meer gewend van bijvoorbeeld WK’s, maar het zijn nu de Olympische Spelen, dus dan is altijd nog veel meer aandacht. Ik verwacht ook dat het supermooi gaat zijn, het hele sfeertje. We zitten zelf niet in het olympische dorp, dus dat maken we misschien wel minder mee. Maar dat is ook wel fijn, want dan kun je iets meer focussen op ons doel. Daarnaast is het nog wel steeds dat je met alle Nederlandse wielrenners samen zit. Na afloop gaan we wel naar de sluitingsceremonie.’’ Maar eerst dus kennismaken met de piste. ‘’Het worden mijn eerste rondjes op de baan straks in Parijs als we gaan trainen. En daarna voor het echie Ik ben alleen maar als toerist in Parijs geweest. Je merkt over het algemeen wel kleine verschillen tussen alle verschillende banen waarop je rijdt. Daarom is het fijn om enkele trainingen te doen, zodat je het gevoel krijgt hoe de baan loopt. Tot nog toe hoor ik dat Parijs een superbaan is, ik denk dat het wel goed moet komen. Het is nog steeds wat onwerkelijk. Maar het komt nu wel echt dichtbij.'’