Fulco van Gulik (39) was begin deze eeuw twee jaar lang prof bij één van de voorlopers van Lotto Soudal. Momenteel bekleedt hij de functie van assistent-bondscoach van de baansprintselectie en is hij talentcoach van de U23. Daarnaast heeft hij ook nog de tijd om als wegkapitein te fungeren bij wielervereniging De Adelaar. Lees alles over zijn profloopbaan, rijden in een groep en het takenpakket van een wegkapitein.
Van Gulik is 22 jaar oud als zijn droom in vervulling gaat; hij tekent een contract bij het toenmalige Lotto-Adecco. Hij komt in een ploeg te rijden met renners als Jeroen Blijlevens, Andrei Tchmil en Rik Verbrugghe. Tijdens zijn tweede jaar voor de Belgische formatie voegen onder anderen Robbie McEwen en Peter van Petegem zich daar nog bij. Een moeilijk tweede jaar kost Van Gulik echter de kop, waardoor zijn profloopbaan na twee seizoenen als een nachtkaars uitgaat.
''Ik zit nog in het wielrennen en word nog regelmatig geconfronteerd met mijn profcarrière, maar het is niet dat ik een wrok koester. Het was een turbulente periode in de sport. Dat is ook niet langs me heengegaan. Het is jammer dat ik daardoor nooit echt een faire kans heb gehad om me te bewijzen. Los van de vraag of ik wel goed genoeg was geweest op de lange termijn. Er werd echter toentertijd met twee maten gemeten in het peloton en dat wil je natuurlijk niet zien als jonge sporter.''
In eerste instantie ziet Van Gulik het - na zijn gedwongen vertrek - niet zitten om verder te gaan met koersen, maar toch ontwikkelt hij zich uiteindelijk tot een zeer verdienstelijk wielrenner op het hoogste amateurniveau van Nederland. ''De prestaties waren altijd aanwezig, maar wel met ups en downs. Het is moeilijk, want in mijn positie kon ik het eigenlijk niet goed doen. Als je won dan was je de ex-prof en was het niet eerlijk, maar als je verloor, was je een gefrustreerde ex-prof die er met de pet naar gooide. Dat heeft mijn loopbaan altijd wel beïnvloed.''
''Ik denk dat bepaalde snelheden op een racefiets niet meer kunnen in het verkeer.''
Overzicht
In 2009 houdt Van Gulik het voor gezien op het continentale niveau. Tegenwoordig probeert hij nog minstens drie keer per week zijn racefiets uit de schuur te halen. Hij rijdt alleen of met zijn vrouw, maar nog vaker in een groep met leden van wielervereniging De Adelaar. Hij geldt er als de wegkapitein, een functie die hij uiterst serieus neemt. ''Dat is natuurlijk gegroeid. Mensen vonden het prettig als ik de leiding nam over de groep. Bovendien heb ik het in me om voor lange tijd een stevig tempo te rijden. In een grote groep is dat prettig, want als het tempo te veel wisselt maak je sneller fouten.''
Overzicht is volgens Van Gulik het toverwoord als wegkapitein. Als recreant, maar net zo goed als prof. ''Je moet het overzicht te allen tijde kunnen bewaren. Daarvoor moet je natuurlijk overwicht hebben, de regels en route goed kennen en stuurvaardig zijn. Dat is niet iedereen gegeven. Het is niet zomaar iets om met vijftien wielrenners in je wiel rond te rijden. Bij alles wat er gebeurt ben jij het aanspreekpunt. Ik ben constant bezig met het inschatten van situaties en probeer twee stappen vooruit te denken, zodat ik de groep vlekkeloos door het verkeer kan leiden.''
Paus
Van Gulik rijdt tijdens trainingstochtjes zo'n negentig procent van de tijd op kop. Niet om te tonen dat hij goede benen heeft, maar juist uit praktische redenen. ''Vaak zie je dat wanneer iemand overneemt hij gaat versnellen. Dat heeft effect op een groep. Het tempo gaat de lucht in en er ontstaat iets als: redden wat er te redden valt. In zulke gevallen worden de verkeersregels vaak overboord gegooid. Ik vergelijk het weleens met het publiek bij een voetbalwedstrijd. Daar staan Jan en alleman uit allerlei rangen en standen, maar als de bal rolt vergeet iedereen wie hij is. Dat is op de fiets ook weleens zo. Daar ontstaan de problemen in het verkeer, omdat je op de fiets dan het overzicht verliest. Binnen en rondom de bebouwde kom kun je niet meer harder dan 30 à 35 kilometer per uur.''
Van Gulik kan goed begrijpen dat wielrenners bij andere weggebruikers een slechte naam hebben. ''Ik doe er soms zelf ook aan mee, hoor. Niemand op een racefiets is roomser dan de paus. Iedereen is waarschijnlijk weleens door rood gereden. Daarnaast is het ook zoveel drukker geworden op de weg. Ik denk dat bepaalde snelheden op een racefiets niet meer kunnen in het verkeer. De tijd dat je met een groep van dertig op zondagmorgen een soort openbare koers kon houden, die is voorbij. Maar er zijn geen regels voor, dus zie het maar eens tegen te houden.''
De wegkapitein benadrukt wel dat de coulance voor racefietsers bij sommigen ook bijzonder laag is. ''Het komt regelmatig voor dat de weg expres wordt geblokkeerd of dat auto’s beginnen te toeteren als ze even moeten wachten op een groep fietsers. Ook wielrenners onderling zijn niet altijd even coulant naar elkaar. Tegenovergestelde groepen die niet aan de kant gaan voor elkaar bijvoorbeeld. Vaak geldt het recht van de sterkste en dat zou natuurlijk niet zo moeten zijn.''
Tips voor elke wegkapitein:
- Wissel niet te veel van tempo in een groep
- Houd je constant bezig met het bewaren van het overzicht
- Verdiep je in de verkeersregels en de route
- Verlaag je snelheid binnen de bebouwde kom