Even leek er geen NK Mountainbike mogelijk dit kalenderjaar. ATB vereniging Oldebroek stond op als redder in nood en maakten van hun clubparcours een uitdagend en verrassend technisch NK-parcours van 3,6 kilometer. En zo konden Puck Pieterse, Morris Gruiters en al die anderen toch een rood-wit-blauwe trui veroveren. In Oldebroek kon men aan het einde van twee dagen tevreden terugkijken en dat deden de toppers ook.
"Het is een behoorlijke uitdaging geweest organisatorisch"
Niemand merkte er afgelopen zaterdag iets van dat Oldebroek als redder in nood was opgestaan. Er stond een volwaardig NK. Voor deelnemers niets bijzonders. Maar Derk-Jan van Putten van de ATB-vereniging Oldebroek zag ook al het werk wat was verzet. ‘’Jurylid Frank Veen van de KNWU liet ons deze winter weten dat er nog geen organisatie was opgestaan voor dit NK voor de volwassen klassen. Onze vereniging is eigenlijk gericht op het ontwikkelen van de jeugd en voor het aanbod in de breedtesport. We hebben een eigen wintercompetitie, doen mee aan de Veluwe-competitie en organiseren streetraces in de regio. Ook organiseerden we al een NK Streetrace. Maar bovenal proberen we de breedtesport te bevorderen. We hadden voor deze dag nog nooit een wedstrijd op landelijk niveau georganiseerd voor deze categorieën op ons terrein.’’
Werk aan winkel
En dus was er werk aan de winkel. ‘’We zijn in januari benaderd en toen begon eigenlijk ook de ‘battle – want zo heb ik het wel ervaren – om vergunningen te krijgen. We bleken te organiseren op de laatste dag van het broedseizoen en dan moet je ineens een uitzondering krijgen omdat we in een Natura 2000- gebied organiseren. Die hebben we uiteindelijk weten te krijgen, na heel wat onderzoek. Ook zijn we in gesprek gegaan met de buurt, want er komt publiek op af en er zijn meer renners betrokken dan bij andere wedstrijden die we organiseren. In goed overleg met de buurt en de gemeente hebben we het evenement mogen neerzetten. En toen begon het opbouwen. Vrijwel bij alle hindernissen zijn er aanpassingen gedaan en we hebben bruggen toegevoegd zodat het publiek meer toegang kreeg op het parcours. De hindernissen zijn vooral ook moeilijker gemaakt. Waar het normaal een trainingsparcours is voor jeugd en een enkele renner die wat ouder is, hebben we vooral de component techniek toegevoegd. Ons trainingsparcours is 2,4 kilometer, daar hebben we bos aan toegevoegd en eigenlijk gebruikten we elke centimeter en elk hoekje van het parcours voor deze wedstrijd.‘’
"Ik denk dat de renners staan te springen om meer wedstrijden in Nederland"
Pieterse was enthousiast
Behalve de zegen van overheden en buurt, had men in Oldebroek ook de taak om een kritisch publiek tevreden te stellen. ‘’Er was best wel wat te mopperen voorafgaand, zo las en hoorde ik, maar als ik op de dag van het NK overal de reacties peilde, hebben de mensen wel ervaren dat het een behoorlijk zwaar rondje is. Concreet vindt men het lekker technisch, het is lekker spelen, er zitten mooie lijnen in. Eigenlijk heel divers.’’ Puck Pieterse, die in haar Europese kampioenstrui naar de nationale titel reed, was ook onder de indruk. ‘’Voor de sport is het belangrijk om een Nederlands kampioenschap te hebben. En als je ziet hoe groot de opkomst is, is er ook best wel behoefte aan. Als je deze ronde vergelijkt met een wereldbekerparcours, dan is er hier niet veel hoogteverschil. Maar met wat ze hadden, hebben ze er echt het optimale van gemaakt. Je moest echt de focus erbij houden - ik heb zelf ook nog wel wat foutjes gemaakt – en dit is zeker een prima ronde voor een Nederlandse wedstrijd.’’
Tevreden terugblikken
Van Putten kon zaterdagavond tevreden terugblikken en zag ook de NOS uitpakken met een samenvatting. En wat is zijn conclusie na een half jaar voorbereiding? ‘’Het is een behoorlijke uitdaging geweest organisatorisch. Je heb veel te regelen. Daarbij is het zo dat bij een NK deelnemers geen inschrijfgeld betalen. Dus je hebt financieel best wel een uitdaging, het kostenplaatje is best wel groot. Er wordt ook veel mankracht gevraagd. Deze vereniging is gelukkig heel erg betrokken. Ik zie dat ook bij de vrijwilligers op de dag zelf, die weer op hun plekken staan en ondersteunen waar nodig. Ik loop hier al drie weken onafgebroken in al mijn vrije tijd. Ik heb bovendien een volle week vrij genomen en dan liepen we hier van ’s ochtends 8 uur tot ’s avonds 11 uur om de boel op te bouwen. We hebben ervoor gekozen om het netjes af te zetten, helemaal in de doeken te plaatsen. Zodat het ook rustig oogt en voor de renners duidelijk en veilig afgezet is. Spijt hebben we nooit gehad. Ik zou het stokje zo weer oppakken, maar dat is ook wel het karakter van deze vereniging. We deinzen niet zomaar ergens voor terug en vooral niet als we zien dat het voor onze vereniging en de leden een aanvulling is, dan gaan we ervoor. Het is voor onze jeugd en onze rijders ook heel mooi om te laten zien dat ook de toppers van Nederland hier hun rondjes knallen om een rood-wit-blauwe trui. Wat zij een jaar geleden ook op het NK jeugd gedaan hebben. De vraag over wat te doen in de toekomst staat open. Er valt te denken over een wedstrijd. We moeten vooral kijken naar hoe de kalender eruit ziet. Ik denk dat de renners staan te springen om meer wedstrijden in Nederland. Daar moeten we met de off-roadcommissie van de KNWU eens over in gesprek gaan.’’